Artikelen

Tweedehands kleding is niet meer suf en stoffig

Ondertussen zitten we al even thuis door de coronacrisis. Het huis is nu wel schoon (of misschien al niet meer) en dus is er tijd voor die uitpuilende kledingkast. De spullen die je niet meer draagt, vinden zo een nieuwe eigenaar op de tweedehands kledingmarkt. Want het stoffige imago van tweedehands is er wel af. 

Ik werp even een blik in mijn eigen kledingkast; Die is aardig vol. Ik ben er nog niet aan toegekomen hem onder handen te nemen, maar dat de coronacrisis ervoor zorgt dat anderen dat wel doen, bleek toen meerdere kledinginzamelaars in april opriepen geen kleding meer in te leveren. De handel in textiel ligt grotendeels stil, meldden verschillende kledinginzamelaars in onder andere het AD en het Parool. Die grote toestroom van kleding en ander textiel komt door de seizoenswisseling, waardoor mensen hun kasten uitruimen. Maar nu gebeurt het in nog extremere mate; Veel mensen hebben de tijd door de coronacrisis.

Dat mensen hun kledingkasten doorspitten, merkt ook Thijs Verheul. Hij is mede-oprichter van United Wardrobe, een online platform voor tweedehandskleding. Hierop kun je de kleding uit je kledingkast verkopen, en kleding van anderen kopen. Volgens Verheul draaien ze de beste maanden ooit. “Mensen gaan minder de stad in om kleding te winkelen. En iedereen zit thuis, dus zijn ze massaal kleding aan het verkopen. We hebben veertig tot vijftig procent meer activiteit. Het is eigenlijk een geluk bij een ongeluk.”

De tweedehands kledingmarkt groeit 

Ook voor deze crisis liepen de zaken goed voor United Wardrobe, met bijna vier miljoen gebruikers en actief in vier landen. Ze zijn zeker niet het enige platform. Zo adverteert online tweedehands kledingplatform Vinted sinds kort op Nederlandse tv, en is daarnaast nog in elf andere landen actief. Of denk aan Designer Vintage, het Nederlandse platform om tweedehands designer items te kopen en verkopen. Of hier gewoon een rijtje, als je even googelt op ‘second hand clothing platfom’: The Next Closet, Poshmark, Tradesy, TheRealReal, thredUP, REI, Grailed, Material World. Allerlei platformen die gebruikte kleding verkopen. 

En niet alleen de online platformen in tweedehandskleding doen het goed, ook is er de afgelopen tien jaar een lichte stijging te zien in het aantal fysieke winkels die tweedehands kleding verkopen: 

lf-2020-05-19-10_59_24-1024x938-1

Volgens het jaarlijkse rapport uit 2019 van tweedehands kledingplatform thredUP, groeit de tweedehands kledingmarkt hard. In 2028 verwachten ze het dubbele aantal tweedehands kledingstukken in de gemiddelde kledingkast. Het rapport baseert zich op data van Global Data. Daarnaast is de bereidheid van vrouwen om tweedehands kleding en andere tweedehands spullen te kopen de afgelopen paar jaar toegenomen. Waar die bereidheid in 2016 nog maar 45% procent was, is dat toegenomen tot 64% in 2018.  

IMG_3573-1024x683-1

Vies en raar

Platform United Wardrobe begon nog maar 6,5 jaar geleden, en Verheul merkt dat het imago in die korte tijd flink is omgegooid. Zelf moest hij 6,5 jaar geleden ook nog overtuigd worden. Dat deed mede-oprichter Sjuul Berden. Hij legde uit dat er geen goed platform was voor het verkopen en kopen van tweedehands kleding, maar dat daar wel degelijk veel vraag naar was. Verheul twijfelde. “‘Sjuul, weet je dat wel zeker?’ vroeg ik hem toen. Toch heeft hij me overgehaald om de eerste versie van het platform te maken. We hebben ons spaargeld erin gestopt en het naast onze studie opgezet.”

“Bijna iedereen zei: ‘Tweedehands? Dat is vies en raar.’ Ook mijn ouders keken raar op toen ik vertelde mijn spaargeld in een bedrijf voor tweedehands kleding te stoppen. ‘Tweedehands kleding, dat is toch iets waar zwervers in lopen?’” Het succes van hun platform wijt Verheul aan de toegankelijkheid en veiligheid voor kopers en verkopers. Verheul vergelijkt het met Airbnb, het platform waarop mensen hun huis, appartement of kamer beschikbaar stellen voor reizigers. “Vijftien jaar geleden kon je ook niet zomaar makkelijk bij mensen terecht in Spanje of New York. Airbnb heeft dat gerevolutioneerd. Het is toegankelijk en makkelijk. Wij hebben dat met tweedehands kleding gedaan.”

“Dat hele imago dat tweedehands kleding moeite kost, of muffig is, dat hebben we goed veranderd.”

Eigen garderobe verkopen

Zelf ben ik ongeveer een jaar gebruiker van United Wardrobe. In dat jaar heb ik een paar keer kleding gekocht, maar ik heb nog nooit wat vérkocht. Dat leek me maar ingewikkeld. Ik bel daarom met oud-studiegenoot Melissa Kools, die al een aantal jaar haar kleding verkoopt via United Wardrobe. “Ik begon ongeveer vier of vijf jaar geleden, toen was het ook nog heel klein”, vertelt ze. Ze kwam het platform tegen op social media, en besloot toen haar kast door te spitten en eens uit testen of ze er wat aan kon verdienen. “Alles wat ik weg wilde doen heb ik er opgezet voor lage prijsjes, en langzaam heb ik wat dingen verkocht. Het loopt niet zo hard, maar ik ga eens in de zoveel maanden mijn kast door en kijk of ik er weer wat op kan zetten.”

Voordat ze begon met verkopen, bleef haar kleding vooral in de kast hangen. “Ik heb nooit kleding weggegooid. Als ik iets wegdeed ging het naar een inzamelingsbak of kringloop”, zegt Melissa. ” Maar dit is gewoon heel makkelijk. En je kunt er iets aan verdienen, dat speelt wel mee. Ik vind het ook heel leuk als mijn kleding bij de kringloop hangt, en dat anderen dat dan kunnen kopen, maar daar verdien je niks aan.”

Duurzame keuze?

Ik besluit bij Melissa een korte broek te bestellen, zodat zij mij kan laten zien hoe dat in zijn werk gaat. Het blijkt inderdaad simpel en toegankelijk te zijn; binnen een paar dagen ligt de broek in mijn brievenbus.

Het is duurzamer dan nieuwe kleding kopen. De missie van veel van dit soort platformen is dan ook het stimuleren van second-hand first. “Onze missie is altijd geweest om tweedehands de eerste keus te maken voor iedereen”, vertelt Lilly Berns van Vinted in een e-mailreactie. “Het platform is dan een praktische oplossing om kleding die je niet meer draagt een tweede leven te geven.  Tegenwoordig is er ook een grotere acceptatie van tweedehands kleding.” Berns stelt daarnaast dat de voornaamste reden die gebruikers geven, een bewustere keuze in kledingconsumptie is.

Maar bij United Wardrobe zien ze dat niet. De duurzame kant van tweedehands is niet de belangrijkste reden voor gebruikers om tweedehands kleding te kopen, legt Verheul uit. De drie oprichters verwachtten dat er vraag zou zijn naar duurzame kleding, maar: “Het gaat toch om heel simpel en goedkoop die Nikes voor dertig euro met wat krasjes erop kunnen kopen”, vertelt Verheul. United Wardrobe deed afgelopen jaar een onderzoek naar de eigen gebruikers waaruit dit bleek. “Maar waarom ik dit zo mooi vind,” vervolgt Verheul,  “is dat mensen die United Wardrobe gebruiken toch onbewust duurzaam bezig zijn. Terwijl dat eigenlijk dus niet hun doel is. Het boeit ze niet zo veel, het is gewoon mooie kleding met een lage prijs.”

Volgens Lara Peters van Milieu Centraal wordt er op het moment onderzoek gedaan op dit gebied, omdat er nog veel onduidelijkheid is. “In Nederland is er een onderzoek door een textielinzamelaar geweest, waarin werd uitgewezen dat van de mensen die geen tweedehands kleding kopen, zeventig procent hiervan het wel goed vindt voor het milieu. Dus die kennis is er wel, maar het handelen niet.”

Op het moment is er onderzoek naar het op een rij zetten van gedragsinzichten, specifiek op tweedehands kleding”, vervolgt ze. “We hebben wel heel veel cijfers, maar de motieven waarom mensen kleding kopen en tweedehands kleding is nog niet duidelijk in één onderzoek bij elkaar gezet.”

Stap in de juiste richting

Maar wat de reden ook is om tweedehands kledingplatformen te gebruiken, zowel Vinted als United Wardrobe geven aan dat een groot deel van verkopers ook kopers zijn op de platformen. Bij United Wardrobe is dit zeventig procent van de gebruikers en bij Vinted werd meer dan zestig procent van de winst van verkopers, weer in aankopen op Vinted geïnvesteerd. “Zij garanderen de circulariteit van het model”, zegt Lilly Berns. “Wij zijn natuurlijk niet de uiteindelijke oplossing voor een complete duurzame kledingindustrie, maar onze rol is hieraan bij te dragen door het stimuleren van een circulaire kleding consumptie.”

Tweedehands is dus een stap in de goede richting. “Realistisch gezien zal er altijd nieuwe kleding geproduceerd worden”, zegt Verheul. “Maar ik denk zeker dat meer dan vijftig procent van wat mensen kopen, bij ons vandaan kan komen. Dat is wel extreem ambitieus. Maar er is zo verschrikkelijk veel kleding in omloop, dat het altijd goed kan rouleren. Daar geloven wij in.”

IMG_3555-1024x683-1

Ze willen hun gebruikers dan ook meer bewustwording meegeven over de impact van fast fashion en duurzame alternatieven. Maar naast zijn optimisme, is Verheul ook sceptisch. “Zelfs al zou Mark Rutte op nationale tv zeggen: ‘Jongens, we moeten stoppen met niet-duurzame kleding.’ Dan denk ik alsnog dat het gros nog steeds niet-duurzame kleding blijft kopen.”

“Voor weinig geld, extreem veel kopen. In het hoofd van mensen is dat vaak nog steeds beter. De kwantiteit gaat boven de kwaliteit. Gemiddeld gezien dan.” Volgens Verheul kopen mensen makkelijk nieuwe kleding en gooien het net zo makkelijk weer weg. “Dat is het patroon dat er is ingeslopen. En dat is zonde.”

Grote stapel

In de kasten van gebruikers van deze platformen hangt dan ook nog veel kleding uit de fast fashion industrie. Ik haal alle kleding uit mijn eigen kledingkast, om erachter te komen hoeveel tweedehands kleding ik ondertussen heb verzameld.

Op de eerste foto heb ik mijn tweedehands kleding verzameld. De tweede foto is mijn ‘nieuwe’ kleding, en de laatste alles bij elkaar. 

Dat aandeel tweedehands kleding in mijn eigen garderobe blijkt aanzienlijk te zijn. Maar wat vooral opvalt: die enorme stapel. Wanneer ik al mijn kledingstukken bij elkaar leg zie ik pas hoeveel kleding het eigenlijk is. Volgens Nederlands onderzoek koopt de gemiddelde Nederlandse consument wel 46 kledingstukken per jaar, en hangen er zo’n 173 kledingstukken in de kast. Slechts zeven kledingstukken in de gemiddelde kledingkast zijn tweedehands.

Op de website van Milieu Centraal stellen zij dat de gemiddelde Nederlander twintig kledingstukken per jaar koopt, en zes paar schoenen. Dit is een gemiddelde van verschillende onderzoeken en bronnen, legt Peters uit. In de onderzoeken naar ons koopgedrag zitten vaak verschillen. “Dat zit hem in de manier van tellen”, zegt Peters. “Het ene onderzoek pakt een bundel van vijf sokken samen als één item, terwijl een ander onderzoek die sokken apart telt.” 

Soms zijn er dus verschillen in onderzoeken, maar wat de cijfers precies zeggen is misschien niet zo belangrijk door deze opmerking op de website van Milieu Centraal: “Als iedere Nederlander één kledingstuk per jaar minder koopt, heeft dat nog meer klimaatimpact dan een jaar lang vegetarisch eten door alle Rotterdammers.” Dat is een flinke impact dus.

En niet alleen Nederlanders houden van een volle kledingkast. Als we kijken naar cijfers uit 2015 doen andere Europese landen hard mee in het kopen van kleding:

Veertien tot zestien collecties

Nu zal ik wel niet de gemiddelde Nederlandse consument zijn, omdat ik probeer zo min mogelijk kleding te kopen,  maar toch blijft dat lastig. De advertenties met nieuwe, mooie items en jaloersmakende modellen zijn bijna niet te omzeilen. Dat is ook een van de technieken van de fast fashion industrie, vertelt Roosmarie Ruigrok in een reactie via e-mail. Ze is werkzaam bij de Nederlandse tak van organisatie Fashion Revolution, en oprichter van onderneming Clean & Unique. Met haar onderneming steunt ze kledingmerken om duurzaam te werken. “Marketing is een zeer belangrijke tool”, vertelt Ruigrok. “Consumenten verleiden, en nog meer collecties creëren. Waren er vroeger maar vier collecties, tegenwoordig zijn dat wel veertien tot zestien collecties per jaar. Mensen willen ook steeds weer wat nieuws.”

Toekomst van slow fashion

Een grote omslag in de kledingindustrie is hard nodig, zo benadrukten onderzoekers afgelopen april in een rapport in Nature Reviews Earth & Environment. De berg textiel afval is enorm, net als het waterverbruik, chemicaliëngebruik en CO2-uitstoot.

De onderzoekers vragen om een omslag naar slow fashion, om de duurzaamheid van de industrie te garanderen. Het liefst ziet Ruigrok ook een toekomst van slow fashion. “Helaas hebben de grote retailers veel macht”, zegt ze. “Alleen door regels en wetten kunnen we dit tegenhouden. Zolang duurzaamheid een vrijwillige inzet voor bedrijven is, zal het geld verdienen op nummer één blijven staan. En dan zal fast fashion en slow fashion naast elkaar lopen. Dus hoe meer mensen bewust zijn, en bewust handelen, hoe meer we richting een slow fashion industrie gaan.”

Fast fashion

De fast fashion industrie is er niet altijd geweest. Volgens Ruigrok kent de industrie haar oorsprong tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen nylon zijn intrede deed. “Daaruit zijn innovaties als polyester ontstaan”, zegt Ruigrok. “Deze vezels zijn goedkoper en snel te verkrijgen. Natuurlijke stoffen zoals linnen, katoen, hennep en wol hebben een veel langere levertijd omdat dit moet groeien. Oogsten kunnen mislukken en de kwaliteit kan verschillen.”

Ruigrok legt uit dat na de crisis in 2008 de grote fast fashion bedrijven overeind bleven staan, doordat ze zulke goedkope kleding aanboden. “De kwaliteit was nog meer naar beneden gegaan, maar mensen die het destijds niet zo breed hadden konden toch nieuwe kleding kopen voor een hele lage prijs”, aldus Ruigrok.

Die lage prijs van kleding gaat ten koste van het milieu en de werknemers die de kleding maken.  Organisatie Fashion Revolution ontstond in 2013, nadat kledingfabriek Rana Plaza in Bangladesh instortte. Meer dan 1100 mensen kwamen om het leven. Dit werd de directe aanleiding voor de oprichting van Fashion Revolution. Volgens Ruigrok is er in deze zeven jaar ook al het een ander bereikt. Zo zijn fabrieken in Bangladesh veiliger geworden, is er meer bewustzijn onder consumenten en is al vijf jaar op rij de Transparency Index gepubliceerd. Hierin wordt de transparantie van kledingbedrijven op een rij gezet.

Fast fashion

Geen kleding kopen

Een circulaire kledingindustrie is nog een droom, maar Peters van Milieu Centraal  zegt dat er al wel stappen worden ondernomen. “Je ziet bijvoorbeeld meer gerecyclede vezels op de markt, of technieken hoe een kledingstuk op een milieuvriendelijke manier een andere kleur kan krijgen. En ook wat mensen in hun garderobe hangen; Het is positief om te zien dat daar tweedehands kleding in komt.” 

“Of influencers die no buy challenges doen. Die laten zien dat je het ook niet hóeft te kopen. Tweedehands kleding kopen is een goede stap, maar überhaupt minder kleding kopen is nog beter. Dan is er minder energie, water en chemicaliën nodig. Als je dan een nieuw kledingstuk nodig hebt, dan is tweedehands wel de beste keuze.”

Daarnaast benadrukt Peters het belang van de kwaliteit van kleding. “Minder kopen is belangrijk, maar lang met je kleding doen is nog veel belangrijker.”

Lenen bij de kledingbibliotheek

Dat is toch wel erg lastig. Wanneer ik door de stad loop naar mijn werk, lonken de nieuwe zomerjurkjes in de etalages naar me, terwijl er toch echt zat in mijn eigen kast hangen. Of ik scroll nog eens op United Wardrobe, wat dan misschien wel tweedehands is, maar echt iets bestellen is vaak niet nodig. 

Daar heeft Amanda Hofman een oplossing voor. Zij is trotse eigenaar van Bij Priester: een kledingbibliotheek. Hier kun je voor een bedrag per maand designerkleding lenen. Ondanks het succes van Bij Priester is het wel echt een nichemarkt. In Nederland zijn er (nog) maar een handjevol. “Veel mensen kennen het concept nog niet, of vinden het gek”, vertelt Amanda. Daarnaast is lenen in plaats van kopen een gedragsverandering. Je moet bewust bezig zijn met je kledingkast. “Nieuwe kleding geeft een quick fix”, zegt Amanda. “Als jij dat nieuwe jurkje ziet op een website, en het model ziet er fantastisch uit, dan wil jij dat ook. Je wilt een goed gevoel hebben, en vernieuwing. Na twee weken is dat gevoel weer weg. En dan is dat jurkje nog steeds leuk, maar dat mooie truitje of die coole sweater die je dan weer ziet, die geeft dan weer dat goede gevoel. Het is een proces dat constant doorloopt.”  

“Maar we hebben nooit gezegd dat de kledingbibliotheek heilig is, want wij doen er aan mee. In die zin dat we mensen ook een quick fix geven. Alleen is erover nagedacht”, zegt Amanda lachend. “Ik hoor ook heel vaak ook van mijn klanten: ‘Ah, heb ik toch weer even wat nieuws. Ik heb eigenlijk al genoeg in de kast, maar ik vind het toch fijn dat ik bij jullie elke keer wat nieuws kan komen halen.’ Prima, doe maar op zo’n manier.”

En toch merkt Amanda dat klanten op den duur ook echt minder kleding gaan kopen. Ze hoeven niet meer te shoppen, want ‘nieuwe’ items lenen ze gewoon in de kledingbibliotheek.

thumbnail_DSC01883-1024x682-1
Amanda Hofman - Lina Hastrich Photography

Het hele interview met Amanda Hofman over haar kledingbibliotheek lees je hier.

Een circulaire kledingindustrie

De crux zit hem dus echt in het circulair maken van de kledingindustrie. Tweedehands kan daarbij een goede stap in juiste richting zijn. “Het belangrijkste is dat kleding uit het restafval blijft”, stelt Ruigrok. “Op welke manier het een tweede leven krijgt is niet aan ons (Fashion Revolution red.), maar wel belangrijk. Liever zien we dat kleding een derde of zelfs een vierde leven krijgt. Vroeger had men het geld niet en bleef het bij dromen, nu hebben we het geld en kunnen we dus met onze portemonnee een duurzame keuze maken.”

Mijn nieuwe korte broek die ik van Melissa heb gekocht, leg ik op de stapel in mijn kledingkast. Daar komt de komende maanden niks meer bij. 

Documentairetips 

Nu we toch veel thuis zitten en bankhangen, kun je net zo goed deze interessante documentaires bekijken over de kledingindustrie:

Goodwill DumpingWat gebeurt er met je kleding wanneer je dit in de textielcontainer gooit? In deze 2Doc volgt filmmaker Teddy Cherim je kleding nadat het is gedumpt in de container. Een reis die begint in Zaandam, en leidt naar Kenia. In deze documentaire wordt de overproductie van kleding duidelijk in beeld gebracht, net als de berg afval die het veroorzaakt. Via de link kun je ook meteen een interview met de filmmaker lezen.

Future Fashion In deze aflevering van VPRO Tegenlicht komen vijf pioniers in de kledingindustrie aan het woord, die zich bezighouden met de kleding van de toekomst. Duurzaamheid staat centraal, maar ook onze kijk op kleding wordt aan de kaak gesteld.

The True CostHelaas staat deze documentaire niet meer op Netflix, want dit is dé documentaire die de impact van fast fashion in beeld brengt. Zowel de impact op de mensen die onze kleding maken, als de impact op het milieu. De documentaire is wel online te huren voor zes dollar, of te downloaden voor tien.